Tips bij het aansluiten van een lamp

Het verschil tussen geaarde en niet-geaarde kabels

Een belangrijk onderdeel bij kabels is het verschil tussen geaarde en niet-geaarde draden. De geaarde kabel is een kabel met drie draden. Deze drie draden hebben verschillende kleuren, zo kan je ze makkelijk onderscheiden.

  • Geel/groene draad: dit is de aarde draad. Deze zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Deze draad is vooral nodig in vochtige ruimtes om kortsluiting te voorkomen. Als er door een defect bijvoorbeeld elektrisch contact met de lamp ontstaat, komt deze door de geel-groene draad niet onder spanning te staan maar wordt de spanning meteen afgevoerd naar de aarde; 
  • Bruine draad: dit is de fase draad. Deze zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op (dit is de plus-draad); 
  • Blauwe draad: dit is de nuldraad. Er staat geen spanning op dus dit wordt dan de min-draad genoemd. Deze zorgt voor de afvoer van de stroom.

Het is de bedoeling dat je de aardedraad aansluit wanneer je armatuur een geel-groene draad heeft en wanneer er geel-groene bedrading in de centraal doos zit. Deze is meestal aangesloten in het midden van de kroonsteen. De kroonsteen is een blokje waarin elektriciteitsdraden met elkaar in verbinding worden gebracht. Het makkelijkste is, om bij het ophangen van een lamp een kroonsteentje te gebruiken om de draden te verbinden. Let er wel op dat de stroom uitgeschakeld is wanneer je het kroonsteentje aansluit op de draden die uit je plafond komen.

Spanningsverlies: wat is dat?

Wanneer een lamp opeens minder licht geeft, spreken we van spanningsverlies. Er ontstaat spanningsverlies als de draad na de trafo (= transformator) langer is dan 2 tot 2,5 meter. Wanneer de draad langer is dan 2 tot 2,5 meter, gaat de lamp minder goed branden. De beste oplossing is dus om de draad zo kort mogelijk te houden.

Wat is een trafo?

Wanneer je een hoge wisselspanning wil omzetten, (bijvoorbeeld 230 volt stroom bij je thuis) in een lage wisselspanning (bijvoorbeeld naar een 12 volt inbouwspot) heb je een transformator nodig (trafo). Deze zorgt er voor dat de stroom wordt omgezet van 230 Volt naar 12 Volt. Een goed ander voorbeeld van een transformator is de adapter van je laptop of de oplader van je telefoon. De werking van een trafo: de 220/230 Volt stroom sluit je aan op de trafo, en deze zorgt er dan voor dat de stroom wordt omgezet van 230 Volt naar 12 Volt (veiligere spanning).