Verlichting dimmen, waar moet je op letten?

Een dimmer is een schakelaar waarmee je de stroom of spanning naar je lamp regelt met als resultaat dat je de lichtsterkte van je lamp kan variëren. Wanneer je bijvoorbeeld wil werken is helder licht het makkelijkst. Voor bij een diner, mag het al wat romantischer: het is dan het leukst om voor gedimd licht te kiezen. Niet alle verlichting is dimbaar, daarom is het belangrijk om een aantal zaken in de gaten te houden!

Controleer altijd of de lamp dimbaar is

Bij de aankoop van een lamp en lichtbron is het belangrijk om goed op te letten of deze dimbaar zijn of niet. Als je verlichting aanschaft bij lampenlicht staat er altijd aangegeven of de verlichting dimbaar is. Let op, is de lamp inclusief dimmer, dan is er geen externe dimmer nodig!

Spaarlampen

Niet alle spaarlampen zijn dimbaar. Als een spaarlamp dimbaar is, staat dit duidelijk op de verpakking aangegeven. Je moet er wel rekening mee houden dat je gebruik maakt van een goede dimmer zodat je spaarlamp er niet onder lijdt. Bij het gebruik van een ongeschikte dimmer kan de spaarlamp gaan knipperen, zoemen of zelfs kapot gaan.

Halogeenlampen

Een 230V halogeenlamp is te dimmen met elke dimmer. Een 12V halogeenlamp is te dimmen met een tronic dimmer (RC).

LED lampen

Niet alle LED lampen zijn dimbaar, daarom kan je bij de aankoop van een LED lamp eerst kijken of deze dimbaar is of niet. LED-lampen zijn enkel dimbaar met LED-dimmers.

Welke dimmer moet je kiezen?

Er zit een minimale en een maximale belasting (Watt) op een dimmer. Een lamp met een totaal wattage tussen die minimale en maximale belasting zijn zonder problemen te dimmen. Bijvoorbeeld: een dimmer heeft een bereik van 40W tot 300W. Een lamp van 25W zal dan gaan knipperen of misschien helemaal niet branden. Enkele lampen samen met een gecombineerd wattage van 400W overschrijd de maximale capaciteit van de dimmer en kan doorbranden van de zekering veroorzaken.

Kijk naar het symbool op de dimmer

Op dimmers en op de verpakking van lichtbronnen staat een dimbaarheidssymbool. Een dimbaarheidssymbool geeft aan welke soort dimmer of lichtbron geschikt is. De letters betekenen het volgende: De vuistregel die je aan kan houden bij het dimmen van verlichting:

  • Als er R op de dimmer staat dan is de dimmer geschikt voor gloeilampen en 230 volt halogeen.
  • Als er C op de dimmer staat dan is de dimmer geschikt voor gloeilampen, 230 volt halogeen, 12 volt halogeen, dimbare LED-lampen en dimbare spaarlampen.
  • Als er L op de dimmer staat dan is de dimmer geschikt voor gloeilampen, 230 volt halogeen en sommige van deze dimmers kunnen ook LED dimmen. Dit moet dan wel specifiek op de dimmer te zijn vermeld.

Welke type dimmer is geschikt voor welke lichtbron?

Gloeilamp dimmer

Een gloeilamp is prima te dimmen met elke dimmer. Gloeilampdimmers zijn wel oudere dimmers. Hij kan alle lampen op 230 volt dimmen. Meestal staat een lamp icoontje op deze dimmers.

Tronic dimmer

Tronic dimmers zijn elektronische dimmers en hebben vaak de symbolen RC. Dit wil zeggen dat deze dimmers geschikt zijn voor elektronische trafo’s; 12 volt lampen zoals G4, G6.35, MR16, MR11, dimbare LED en alle 230 volt halogeenlampen.

Dimtrafo

Een dimtrafo is een dimmer en een trafo in één. Om te kunnen dimmen met een trafo, stelt dit wel wat eisen aan de transformator. Hij moet in staat zijn de uitgangsspanning aan te passen naar gelang de ingangsspanning verlaagd is. Op de transformator staat altijd aangegeven of deze dimbaar is of niet.

LED dimmer

Standaard halogeen dimmers dimmen vaak niet goed door de spanningsverlaging. Een LED lamp heeft meestal een te laag voltage waardoor de lamp niet goed kan dimmen en gaat flikkeren. Bij LED-verlichting kan je het best een ‘driver’ gebruiken: een kleine trafo. deze driver zorgt ervoor dat de LED-verlichting goed dimbaar is. LED-dimmers zijn dus enkel geschikt voor LED-lampen.

Vloerdimmer

Een vloerdimmer zit tussen de lamp en de stekker in en is bedoeld voor vloerlampen. Het is een dimmer die je zelf kan schakelen van helder licht naar sfeerlicht.